In hun poging hun kinderen te ‘beschermen’ tegen ‘ongezonde’ voedingskeuzes, nemen ouders soms hun toevlucht tot het opleggen van een verbod op de consumptie van bepaald voedsel.
In de meeste gevallen zijn de hoofdrolspelers van deze verboden snoep, chocolaatjes, frisdranken en verschillende zoute snacks, zoals chips, garnalen, enz.
Hoewel het doel van de ouders is om de gezondheid van het kind te beschermen, door de consumptie van ‘ongezond’ voedsel te vermijden, moeten zij zich ervan bewust zijn dat deze praktijk tot het tegenovergestelde van de gewenste resultaten kan leiden. In het bijzonder kan het verbieden van de consumptie van een voedingsmiddel op een gegeven moment ‘succesvol’ zijn, maar tegelijkertijd kan het het aantrekkelijker maken voor het kind, waardoor zijn verlangen om het te consumeren toeneemt.
Aan de andere kant laten het verbod en de strikte ouderlijke controle op de voedselinname van het kind hem niet de ruimte om een gevoel van zelfbeheersing met betrekking tot de voedselconsumptie te ontwikkelen, een feit dat bijzonder belangrijk is voor de vorming van zijn eetgewoonten.
Vermijd daarom het verbieden van bepaalde voedingsmiddelen. Probeer in plaats daarvan regels vast te stellen rond hun consumptie. Spreek bijvoorbeeld met uw kind af dat bepaalde tussendoortjes en ‘lekkernijen’ niet verboden zijn, maar af en toe en in een gecontroleerde hoeveelheid gegeten mogen worden. Zorg er ten slotte voor dat er altijd gezonde tussendoortjes in huis zijn en geef uw kind het ‘goede voorbeeld’ met uw eigen voedingskeuzes.
Van Christina Katsaros, wetenschappelijk medewerker neadiatrofis.gr
