KINDEREN

Leg het hindoeïsme aan kinderen uit, wat de fundamentele principes zijn

22views

Het hindoeïsme is de derde meest wijdverspreide religie ter wereld. Wat zijn de belangrijkste concepten, religieuze praktijken, geschriften en de geschiedenis ervan

Het Hindoeïsme uitleggen aan kinderen

Het Hindoeïsme is er één van religies het meest wijdverspreid ter wereld, volgens de Italiaanse Hindoe-Unie is het de derde meest wijdverspreide ter wereld met ongeveer 950 miljoen aanhangers wereldwijd. Het ontstond ongeveer 4000 jaar geleden en is het resultaat van de geleidelijke evolutie en persoonlijk onderzoek van Indiase wijze mannen. Meditatie en contemplatie van innerlijke waarheden zijn van fundamenteel belang voor hindoes. Het hindoeïsme is, meer dan een religie, een leercode over hoe men in het leven moet handelen, die liefde voor alle schepselen, vrijgevigheid en onverschilligheid ten opzichte van materiële zaken bevordert.

De geschiedenis van het hindoeïsme

De geschiedenis van het hindoeïsme kan worden onderverdeeld in vier verschillende fasen die zich in verschillende historische perioden ontwikkelen. Rond de achtste eeuw voor Christus werd in India de Vedische religie geboren, waarin aanbidding de rol had om een ​​relatie met de goden tot stand te brengen. In de tweede fase, met de stabilisatie van de bevolking in een sedentair en agrarisch leven, nam de religie af Brahmanisme, wiens naam is afgeleid van de brahmanen, priesters van de levengevende god. De belangrijkste daad van de sekte was opoffering, maar er was een neiging tot buitensporig ritueel. Dus trokken de wijze mannen zich terug in de bossen om te mediteren en de zin van het leven en de absolute waarheid te zoeken. Tussen 400 voor Christus en 1750 na Christus voorspelden de priesters geleidelijk hun sociale belang Indo-Arische religie vermengd met de inheemse. Het geloof in verschillende goden, waaronder Brahma, Visnu en Shiva, verspreidde zich. Deze drie worden ook wel de Supreme Triad genoemd. De vierde fase wordt ten slotte gekenmerkt door de nabijheid van het brahamisme, de Upanishad-spiritualiteit en de volksreligiositeit.

De Schriften

De belangrijkste geschriften van het hindoeïsme zijn lo Shrutide goddelijke openbaring die de Veda (heilige kennis) bevat, l’Upveda (verzameling traditionele teksten), Naar Vedanta (de commentaren van de filosofische scholen) en de Vedanga (de verklaring van de Veda’s volgens wetenschappelijke verschijnselen) en de Smyrtis, de teksten samengesteld door mensen zoals de Sutra’s (over de traditie van sociale en religieuze plichten), de Itihasa (gedichten en heldendichten over populaire filosofische concepten), Purana’s (om onthoud de Veda’s), Kauya (poëtische composities), Tantra (doctrinaire en niet-doctrinaire teksten over aanbidding, aanbidding, mystieke diagrammen en heilige waarheden).

De fundamentele concepten en principes

De sleutelconcepten van het hindoeïsme zijn gebaseerd op:

  • kosmische tijdperken, yuga en cyclische opvatting van tijd, of het idee dat het universum zonder begin en zonder einde is, maar een eeuwig proces volgt van emanatie en reabsorptie, overeenkomend met de uitademing en inademing van de schepper God Brahma. Elke kosmische cyclus of maha-yuga bestaat uit vier tijdperken, yuga: satya, treta, dvapara, kali.
  • Levensfasen, ashrama, dat wil zeggen het bestaan ​​is verdeeld in vier fasen: brahmacharya, grihastha, vanaprastha en samnyasa. Als de levensduur idealiter honderd jaar bedraagt, komen de eerste vijfentwintig overeen met de studentenperiode waarin de Schriften worden bestudeerd in het huis van een Meester en kuisheid in acht wordt genomen. De komende vijfentwintig jaar betreden we de gezinsfase waarin we huishoudelijke taken uitvoeren en actief deelnemen aan het economische welzijn van de samenleving. De vierde fase omvat de terugtrekking in het bos, een gedeeltelijke terugtrekking uit het leven van de wereld, waarin de Schrift wordt verdiept en ascetische en meditatieve praktijken worden geïntensiveerd. De vierde fase is de totale verloochening van de wereld, het is de weg van de monnik.
  • Doeleinden, purushartha, de vier levensfasen worden geassocieerd met de vier doeleinden van de mens: dharma, artha, kama en moksha. De vuurtoren die alles verlicht is dharma, de juiste manier van gedragen, ethiek. Genieten van materiële goederen, altijd in harmonie met de ethische principes van dharma, is artha. Het bevredigen van de zintuiglijke en sensuele sfeer zonder erdoor geconditioneerd te worden, is kama. Het vierde doel, moksha, is emancipatie van de beperkingen van onwetendheid en de realisatie van het Absolute.
  • Paden of yoga, of de vereniging van het individuele zelf met het absolute Zelf. Deze zoektocht naar eenheid kan meerdere paden volgen, afhankelijk van de vermogens en het temperament van elk individu.

Religieuze praktijken en kasten

De religieuze praktijken van het hindoeïsme zijn talrijk en variëren afhankelijk van de traditie waartoe zij behoren, hun lokale referentiecultuur en vele andere factoren.

Enkele voorbeelden zijn Yoga, Puja, Japa, Samskara, Yatra en Seva. Iets anders dat je moet weten om het Hindoeïsme te begrijpen is dat de Indiase bevolking al eeuwenlang verdeeld is in zogenaamde sociale klassen kaste. Er waren vier kasten: priesters, krijgers, ambachtslieden of kooplieden, boeren en bedienden. Hieraan wordt nog een ander toegevoegd: de Paria’s of ‘onaanraakbaren’ die het meest miserabele deel van de bevolking vertegenwoordigen. Het systeem bepaalt dat ieder individu, wanneer het wordt geboren, tot de kaste van zijn ouders behoort waartoe hij voor het leven blijft, aangezien mensen van verschillende kasten niet kunnen trouwen.